Tijdens de centrale dag van Erkende Bemiddelaars, op 18 oktober in Brussel, gaf Minister Koen Geens uitleg over de wetswijziging en initiatieven op weg naar een bemiddelingscultuur:

op weg naar een bemiddelingscultuur

Toespraak van de minister op de centrale dag van de bemiddelingsweek 2018

Vooreerst moet de beslechting van een geschil door de rechtbanken als vangnet dienen wanneer alle andere (minnelijke) oplossingswegen niet mogelijk zijn. De weg naar een minnelijke oplossing voor conflicten  moet ernstig in overweging worden genomen.” De minister wil de drempels daartoe zoveel mogelijk wegnemen.

De nieuwe wet omschrijft duidelijk dat de rechter ook als taak heeft ‘de partijen trachten te verzoenen’.  De rechter zal de partijen aanmoedigen tot minnelijke schikking, doch kan hen niet verplichten. Er zijn enkele uitzonderingen zoals geschillen in een pachtzaak of bij arbeidsgeschillen.  Er is geen boete in het geval dat een partij weigert om in bemiddeling te gaan. Bemiddeling kan ook niet worden opgelegd als alle partijen er zich tegen verzetten.

Tot op heden kiezen mensen nog veel te weinig voor bemiddeling, ondanks de laagdrempeligheid en de lagere kosten.  Nochtans kunnen partijen die een procedure lopende hebben,  de rechter verzoeken om kennis te nemen van de overeenkomst die zij zelf hebben uitgewerkt.  Ook kunnen partijen in conflict een overeenkomst laten homologeren door de bevoegde rechter, zelfs zonder eerst een procedure bij de rechtbank in te leiden. Een vereiste is dat hun akkoord tot stand kwam via een erkende bemiddelaar.

De rol van de rechter en de advocaat in een bemiddelingscultuur

De advocaat speelt een belangrijke rol in het kanaliseren van conflicten naar alternatieve oplossingen. Zo dient hij of zij in elke fase van de procedure zijn cliënt gepast te informeren en aan te moedigen opnieuw te praten. En zo waar mogelijk op minnelijke wijze tot  evenwichtige afspraken te komen.

De rechter zoekt in elke fase van de procedure naar de mogelijkheid tot minnelijke schikking van het conflict. Behalve in het geval van een kort geding, kan de rechter de partijen ondervragen over de pogingen die zij voorafgaand aan de procedure hebben ondernomen om het geschil in der minne op te lossen. Om deze reden kan hij verzoeken dat de partijen in persoon verschijnen en zo te verzekeren dat zij kennis nemen van de mogelijkheid tot bemiddeling.  In familiezaken is de rechter  tijdens de verschijning van de partijen op de inleidingszitting,  nu verplicht om hen te horen over de wijze waarop ze hebben getracht om het conflict op minnelijke wijze op te lossen en om vast te stellen of een minnelijke oplossing mogelijk is.

De gewijzigde wet biedt de rechter de mogelijkheid te geven om, wanneer hij van mening is dat een verzoening tussen de partijen mogelijk is, ambtshalve of op verzoek van één van de partijen, een bemiddelingspoging te bevelen of een informatiesessie te volgen Bemiddeling blijft evenwel vrijwillig : alle partijen kunnen op elk moment het bemiddelingsproces beëindigen.

Verdere wijzigingen in de nieuwe bemiddelingswet

De nieuwe bemiddelingswet van 18 juni 2018 bracht nog een aantal verbeteringen aan. Zo is er bijvoorbeeld een duidelijke definitie van bemiddeling. En er is een verruiming van het toepassingsgebied naar geschillen met publiekrechtelijke personen evenals grensoverschrijdende geschillen.  Wat voorheen “vrijwillige bemiddeling” werd genoemd heet nu “buitengerechtelijke bemiddeling”. Dit om duidelijk het verschil te onderlijnen met de gerechtelijke bemiddeling die tijdens een geding wordt opgelegd.   Verder zijn ook de uitoefening van de functie en de titel van erkend bemiddelaar beveiligd. Alleen een erkend bemiddelaar deze professionele titel publiekelijk gebruiken. De regels inzake tucht en deontologie voor deze niewe ‘beroepsgroep’ zijn versterkt.   Verder wijzigt de structuur,  de samenstelling én de rol van de Federale bemiddelingscommissie per 1 januari 2019.   Zo zal de Federale Bemiddelingscommissie als taak hebben het publiek in te lichten over de mogelijkheden geboden door bemiddeling

In principe dragen alle partijen de kosten van een bemiddelaar, wat de financiële toegankelijkheid van de bemiddeling ten goede komt. Verder blijft de mogelijkheid voor om een beroep te doen op de rechtsbijstand voor de aanstelling van een bemiddelaar.

Op weg naar een bemiddelingscultuur

afsluiting bemiddeling met akkoordDe wet van 18 juni 2018 is een belangrijke stap in de richting van een ‘bemiddelingscultuur’.  Het is een goede stap in de richting van een ‘conflictvaardigere’ maatschappij. Een samenleving waar meer wordt ingezet op onderhandelen, praten en bemiddelen.  Om met de woorden van de minister af te sluiten “Een moderne en rechtvaardige justitie moet mijns inziens niet enkel in staat zijn om geschillen te beslechten binnen een redelijke termijn, maar ook inzetten op een minnelijke oplossing van geschillen. Mijn wens is dat er binnen enkele jaren werkelijk kan worden gesproken van een ADR-cultuur of bemiddelingscultuur